Achtergrond

antoniafotobewustdenhaag kopie

Ooit wel eens een menselijke vorm gezien  in een boom ?

Het overkwam mij tijdens een wandeling in bet Scheveningse bos (2011)

Ik had de sensatie een vrouwengezicht te herkennen in een knoest van een prachtige berkenboom. In mijn fantasie zat er een vrouw gevangen in die boom.

Dit ging een eigen leven leiden en werd onderwerp voor mijn beeldend werk getiteld :

“Vrouw uit de boom”

Mijn eerste gedachte was dat de vrouw verleid moest worden om de boom uit te komen, b.v. door een man die dagelijks langs de boom loopt, maar allengs werden  mijn schilderijen  abstracter en speel ik met een paar elementen van de boom zoals de knoesten de tekeningen op de stam, de lijnen om daarmee verschillende aspecten van “het vrouwelijke “  te verbeelden.

 

Onno Schilstra’s (scriptiebegeleider KABK) commentaar op het eindexamenwerk van Antonia

Antonia Groeneveld heeft ontdekt dat vrouwen en bomen een eigenaardige relatie met elkaar onderhouden, dat vrouwen aan bomen zowel bescherming kunnen bieden als ze kunnen inperken. De boom speelt hier een complexe metaforische rol met een lange mythologische traditie en zowel psychologische als maatschappelijke gevolgen : de vrouw moet uit de boom, ze moet zich bevrijden en verwezelijken. Dat is niet alleen de titel van Antonia’s lijvige scriptie maar dat gegeven ligt op een intuitieve manier ook aan de basis van al haar werk.

In een serie schilderijen wordt het vrouw/boommotief vertaald in een vloeiend en sensueel lijnenspel, een karakteristiek warme gele grondtoon en een wonderlijke combinatie van tekens en vormen die hun oorsprong vinden in patronen van boomschors en knoesten, maar ook in typisch vrouwelijke vormen als borsten. Een seksuele connotatie ligt, gezien het onderwerp, niet ver.        Toch geven de werken zich niet gemakkelijk gewonnen en laten ze zich moeilijk duiden. Naast de schilderijen is er een animatie met muziek : een schilderij verdwijnt langzaam, met iedere streek wordt het beeld leger. Een sfeervol verhaal.

Onno Schilstra, juli 2011

C.V.

Geboren in Ridderkerk

Gymnasium

Koninklijk Conservatorium in Den Haag, viool en kerkorgel, eindexamen viool 1984

Violiste in het NPO ( Noordhollands philharmonisch Orkest ) 1985 – 1999

Vioollerares aan de muziekschool in ’s Gravenzande, Naaldwijk en tenslotte aan de VAK ( vrije academie in Delft ) 1985 -1997

Koninklijke Academie in Den Haag ( KABK ) afgestudeerd juli 2011

 

 

C.V.

Born in Ridderkerk

GrammarSchool

Royal Conservatory of The Hague, studying the violin and churchorgan, graduated the violin 1984

Violinplayer in the NPO (Noordhollands PhilharmonischOrkest)  1985 – 1998

Violinteacher at the school for music in ‘s Gravenzande, Naaldwijk and  later at the VAK (musicschool)  in Delft    1985 – 1997

Royal Art Academy in The Hague, graduating July 2011

 

Interview voor radio/ tv discus in Moerwijk over expo : “Vrouw uit de boom”

http://www.rtvdiscus.nl/video/herhaling.htm, zie bij  21 februari 13 – 14 uur,

’s avonds en op zaterdag is deze zender in de lucht.

– x –

Gemaakt bij expo in douanehuisje in Maassluis, maart 2016

www.ritv.nl/aflevering/1340/RITV+Special+Nr.26+Expositie+Van+Hedwig+Smulders+ en + Antonia+Groeneveld

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  “ Vrouw uit de boom”

Scriptie van

 

Antonia Groeneveld

 

Beeldende kunst deeltijd

 

 

 

Afstudeerjaar 2011

 

 

 

Scriptiebegeleider

 

Onno Schilstra

Inleiding

Transformatie

Dit onderwerp heeft me van jongs af aan geintrigeerd. Om transformatie te begrijpen, kom je in het gebied vanmysterie terecht. En het begrijpen van mysterie leidt tot grotenieuwsgierigheid. Is er eenmaal een antwoord gevonden, dan duikendaarachter tal van vragen op.

 

Het begon met geluid. Toen ik als kind eenmaal de viool gehoord had, werd ik er als een magneet naar toe getrokken. ”Hoe kun je twee ruwe materialen over elkaar heen wrijven en dan zo’n mooie klank produceren?”, vroeg ik me af. Gelukkig mocht ik zelf viool gaan spelen. De transformatie van krassen naar het mooiste geluid dat bestaat was mijn fascinatie.toen, het transformeren is mijn fascinatie nu. In deze scriptie ga ik me richten op het begrip transformatie. In mijn beeldende werk van het afgelopen jaar ben ik het begrip transformatie als metafoor gaan herkennen in de boom. De vrouw die stokt in haar ontwikkeling en zich metaforisch transformeert tot boom.

 

vrouw uit de boom

 

Het begon met een beuk in het Scheveningse bos.

Een jaar lang stond ik  bijna dagelijks oog in oog met een beuk tijdens het uitlaten van de hond. Ik was gefascineerd door de kleuren van de boom, de prachtig gevormde lichtgroene wortels die fel afstaken bij de donkere bladeren op de grond, en door de plek van de boom ten opzichte van de andere beuken. Ze stond daar als een koningin op een kruispunt van wegen met daar omheen, op gepaste afstand andere beuken. Het meest intrigeerde me de vorm van de stam. Ik zag een vrouwengezicht in de knoest van de boom met daaromheen een soort mantel. Vanaf dat moment wilde  ik er iets mee in mijn beeldende werk.               Het liefst wilde ik een film maken, waarbij de vrouw verleid wordt om uit de boom te komen, verleid door een mooie jongen die dagelijks langs haar loopt om de hond uit te laten. Het is geen verfilming, maar een installatie geworden.

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarnaast ben ik bomen gaan schilderen met als uitgangspunt transformatie.   Het gaat me dus om de boom en de vrouw en hun transformatie van de een in de ander. Dat snijvlak vind ik juist zo interessant.                                 In eerste instantie was het boeiend voor mij erachter te komen, waarom ik in de boom een vrouw zie.en of wereldwijd meer verhalen en verklaringen te vinden waarom deze boomknoest mij zo aan een vrouwengezicht doet denken?                                                              Ik vond een schat aan verhalen uit de mythologie, de religie, de kunst en mijn eigen fantasie. Hiervan heb een verzameling aangelegd, en in deze scriptie verwerkt. Geciteerde teksten zijn in een ander lettertype gedrukt.

 

Kernvraag voor mijn scriptie is  : “Is de tijd rijp voor de vrouw om uit de boom te komen?”, onder welke condities, hoe wil ze zich manifesteren. Het antwoord hierop wil ik niet alleen zoeken in allerlei psychologische verklaringen in boeken, maar ik wil mijn onderwerp actueel maken door een verzameling interviews te maken  met vrouwen over de vraag : ”Hoe ziet voor jou de vrouw eruit als ze uit de boom komt ?”, gepresenteerd in een videoopnameme.

 

 

 

 

 

Mijn zoektocht begin ik langs transformaties van vrouwen in bomen, waarbij ik zoveel mogelijk stukjes oorspronkelijke tekst, die de metamorfose beschrijven weergegeven heb. (t/m blz. 5).                                                                                                     Hierna volgt de psychologische onderbouwing  over de keuze van de vrouw voor een boom als schuilplaats (blz. 6-10). Gevolgd door de rol van de vrouw t.o.v. de boom (t/m blz. 13). Via een uitgebreid onderzoek naar de rol van de boom kom ik vanzelf uit bij scheppingsverhalen (vanaf blz.15) uit vele windstreken, waarin bomen en mensen de hoofdrol spelen. ( t/m blz 20). Uiteindelijk kom ik bij de bijbel terecht.                                                           Vanaf het moment dat de bijbel in beeld komt, laten de bijbelse aspecten t.a.v. de vrouw en haar vlucht in de boom me niet meer los tot het einde van mijn scriptie. De bijbel was de leiddraad voor mijn opvoeding, iets wat nog steeds veel emoties bij me oproept. Tussendoor volgt nog een hoofdstuk over kunstenaars,   die zich met  vrouwen en bomen  bezig hebben gehouden  (blz 24-28 ). In een gesprek tussen Eva (me) en God kom ik uiteindelijk tot mijn mogelijkheid voor de vrouw om uit de boom te komen. Gevolgd door mijn conclusie.

 

Transformatie van vrouw naar boom

 

Wat bedoel ik met transformatie ?

 

Met transformatie bedoel ik het overgaan van een levend organisme in een andere vorm waarin het organisme verder leeft.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

2

 

Verhalen uit de Griekse mythologie                   2

 

Van mens naar boom

 

 

 

Daphne

 

 

 

Ovidius metamorphosen (boek 1, 546 – 552)

 

Daphne, achtervolgd door de verliefde Apollo smeekt haar vader :

 

Laat mij, lieve vader voor mijn hele leven een maagd zijn, net als Artemis-haar vader stemt toe”

 

“Bevrijd me van dit lichaam dat me veel te mooi deed zijn !”

 

Haar klacht weerklinkt nog, als een starre stijfheid haar bevangt :

 

Haar zachte borst wordt door een dunne laag van schors omsloten,

 

Haar armen groeien uit tot takken en haar haar tot loof,

 

Haar voeten eerst zo snel, zijn nu verstokt tot trage wortels, haar hoofd wordt kruin. Haar gratie is het enige wat rest”…. Ze is veranderd in een laurierboom.

 

 

 

 

Juul Kraayer, Daphne

 

 

 

Toch ligt het bij Juul Kraayer een beetje anders, het idee van de vrouw in de boom is weliswaar ontsnapt aan de mythologie, maar bij Kraayer ondergaan de vrouwen geen metamorfose, ze zijn uit hun eigen aard deels boom, deels vrouw, of in een andere gedaante saamhorig met het rijk van de planten en de dieren. Hun oorsprong schuilt niet alleen in de kunstgeschiedenis.

 

(bron scriptie van Marieke Thiescheffer)

 

 

 

 

Kiki Smith, Daphne

 

 

 

 

Bernini, Daphne en Apollo

 

 

 

 

 

Philemon en Baucus,

 

 

 

de enige overlevenden na de zondvloed mogen een wens doen van Jupiter :

 

Ovidius metamorphosen ( boek 8 : 708- 719 )

 

Philemon vraagt: ”Daar wij altijd samen zijn geweest, geef dat eenzelfde uur ons beiden haalt”. Op een dag zag Baucis bij Philemon plots en hij Philemon, zag bij Baucis groene blaadjes groeien, en snel ook stak een boomtop boven die twee hoofden uit en hadden zij nog net de tijd elkaar vaarwel te zeggen en bij de naam te noemen , tegelijk verdween hun mond in takkengroen”                                       ze transformeren in respectievelijk een eik en een linde.

 

 

 

 

Bernard Salomon Philemon en Baucis,

 

Houtsnede uit La metamorphose d’Ovide figuree, Lyon 1557

 

 

Myrrha,

 

 

 

de dochter van Zeus is zo verliefd op haar vader dat ze het bed met hem deelt.

 

Ovidius metamorphosen ( boek 10 : 469, 470 )

 

“Liefdesverzadigd glipt zij uit haar vaders bed, bezwangerd draagt zij zijn zondig zaad, die vrucht van incest in haar schoot….

 

Later boetedoend  ( boek 10 : 483 – 502 ) : “ O goden, als u waarlijk luistert naar mensen met berouw- ik heb een droeve straf verdiend en wil die niet ontgaan……Gun mij een andere vorm”…haar benen worden als zij nog spreekt, bedekt met zand, een groei van wortels breekt dwars door haar tenen heen,                       

 

 

                                                                                                                            4

 

beginpunt van een hoge boomstam; haar botten worden hout; het merg blijft                 binnenin bestaan, haar bloed vergaat tot sap, haar armen worden lange takken, haar vingers korte spruitsels en haar huid verhardt tot schors. De boomgroei had haar zwanger lichaam al ommanteld, daarna haar borst bedekt en zou haar hals omkronkelen – het duurde haar telang : zij kwam het hout dat langs haar opklom zelf al tegemoet en liet haar hoofd verdwijnen in de schors. Ofschoon zij met haar lichaam ook haar vroegere gevoelens moest afstaan, huilt zij toch : er vloeien lauwe druppels uit haar stam, eervolle tranen, want dat druipend myrrhevocht heet naar zijn meesteres – een naam die nooit verstommen zal.” 

 

 

 

Mirrha’s bevalling

 

 

 

Ovidius  metamorfosen ( boek 10 : 503- 514 ) : “het kind verwekt in ontucht was gegroeid, ook in die boom, en zocht een uitweg om zich van zijn moeder te bevrijden. Haar zware buik is binnen in de boomstam opgezwollen, de last beknelt haar moederlichaam, maar zij kan haar pijn niet uiten, niet met kraamvrouwkreten om Lucina (haar voedster) roepen. Toch lijkt ze op een vrouw met weeen : de gekromde boom slaakt telkens diepe zuchten en is nat van tranenstromen. Lucina nadert vol genade, troost haar in haar pijn, raakt dan haar takken aan en spreekt formules van verlossing : de boom splijt open, tussen de gebarsten schors verschijnt een mensenkind, een krijsend jongetje, dat van de nimfen een graszacht bed krijgt en met moeders tranen wordt gezalfd”.

 

Het jongetje is Adonis

 

Uit de mirreboom (Myrrha) wordt Adonis geboren

 

 

olie op koper door Marcant Franchescini 1685-1690

 

De geboorte van Adonis Majolica-schotel, Victoria en Albert museum Londen

 

Een verhaal uit Iran

 

 

Mahdokht

 

 

 

Sharnish Parsipur ( Iran, 1946)

 

uit de novelle “vrouwen zonder mannen”, Mahdokht

 

De oudere maagd Mahdokht is getuige van een verboden vrijpartij in haar tuin

 

Dit brengt haar in verwarring en later op de gedachte. : ” Mijn maagdelijkheid is als een boom” Ze moest in de spiegel kijken. Ze moest haargezicht in de spiegel zien. “Misschien ben ik daarom zo groen”  Deze gedachten gaan een eigen leven leiden. Ze ziet geen uitweg meer in haar eigen troosteloze leven en verandert daadwerkelijk in een boom.

 

“In de herst had Mahdokht zichzelf aan de oever van de rivier geplant. 

 

Ze had de hele herfst lang gehuild. Haar voeten waren langzaam vastgezogen in de modder. De koude herfstregens hadden haar kleren gescheurd. Op een paar vodden na was ze naakt. Ze beefde tot de winter viel.Toen het winter werd, was ze van top tot teen bevroren. Haar ogen waren open en al die tijd staarde ze naar het water van de rivier.

 

Het water stroomde.

 

Toen het lente werd, brak bij de eerste lentebui het ijs van haar lichaam.

 

 Ze wist dat er aan haar vingers kleine takjes zouden groeien. Haar voeten schoten wortel. De hele lente lang luisterde ze naar de groei van haar wortels. De wortels namen de kracht van de aarde op en verspreidde die door haar lichaam. Dag en nacht luisterde ze naar de groei van haar wortels. In de zomer was het water groen. In de herfst kwam de kou terug. 

 

Ze huilde niet langer. Haar wortels waren opgehouden te groeien, hun groei kwam tot stilstand”….. 

 

 

 

 

 

 

Shirin Neshat : Mahdokht, video installatie tijdens de “bleeding heart“

 

Biennale van Venetie 2004

 

 

 

In bovenstaande verhalen zit een rode draad, in de eerste plaats valt de verstarring op, de daadwerkelijke transformatie van een zich bewegend mens met spieren en zenuwen naar een starre houten stam.

 

Neem bijvoorbeeld het verhaal van Daphne.

 

 

 

Daphne wordt belaagd, ze kiest niet zelf haar geliefde uit, maar wordt belaagd door een man/god, ook al handelt Apollo uit liefde, Daphne krijgt geen keus en vlucht in een transformatie: die van een ondoordringbare boom.

 

 

 

En Myrrha…., ze voelt zich zo schuldig om haar seksuele liefde voor haar vader, dat ze zich van het leven wil beroven. Die zelfmoordactie mislukt door tussenkomst van haar voedster Lucina, die haar de reden van haar daad                       5ontfutselt en haar helpt om haar vader te mis-en verleiden teneinde haar begeerte te stillen.

 

5

 

6

 

 

 

En Mahdokht, angstig geworden door de onvrijheid die ze als vrouw tegenover de man heeft en in de war als ze ziet hoe een andere vrouw dit oplost, zoekt ze haar heil in de transformatie in de boom.

 

In Iran is dit trouwens een gewilde transformatie door vrouwen (te vergelijken met onze vroegere kloosters  als toevluchtsoord voor vrouwen).                          De aanleiding is eigenlijk in drie van de vier verhalen geremde seksualiteit van de vrouw. De seksuele daad mag niet plaatsvinden. Aan iedere transformatie van bovenstaande verhalen ligt de  gedachte van de vrouw ten grondslag : “Nee, dat wil ik in geen geval”, gevolgd door een beslissing :  welke transformatievorm kies ik ? (of de goden in het geval van  Mirrha).” Ik neem aan de meest gunstige, de boom.

 

 

 

Psychologische onderbouwing voor de Keuze van een boom

 

 

 

Misschien moet ik me niet op het gebied van de psychologie wagen, maar wat ik uit deze verhalen concludeer is dat ontkenning van je eigen seksualiteit door jezelf of door anderen leidt tot geweld, dat iemand zichzelf aandoet of door  een ander wordt aangedaan.

 

De transformatie in een boom kan toch niet echt de fijnste beslissing zijn.

 

Wat kan het voordeel zijn van de verandering in een boom ?

 

Het “grotere” dat de boom biedt, groter qua leeftijd, qua omvang, qua functie  ?

 

Hoopt de vrouw in nood, dat er ooit nog een tijd komt dat ze terugtransformeert in haar oorspronkelijke gedaante in een tijd die niet bedreigend voor haar is zoals de situatie op dat moment wel is ?

 

Dit lees je ook in de opera Siegfried van Richard Wagner, waar Brunhilde in slaap wordt gebracht (voor straf, omdat ze een bevel van Wotan trotseerde) in de open lucht, waar zij ten prooi aan iedere man kan vallen.

 

Na lang smeken krijgt ze haar vader zo ver, dat hij een vuur om haar heen legt, teneinde haar te beschermen en te sparen tot het moment waarop de echte held (Siegfried die het vuur trotseert) haar benadert. In dit verhaal  wordt de bescherming nog tijdens het leven van Brunhilde opgeheven, in tegenstelling tot die van de boom.

 

Als je voor de transformatie in een boom kiest, kan de transformatie terug van boom naar mens wel 3000 jaar op zich laten wachten, gezien de leeftijd van de boom. Dit is anders dan de tijdelijke bescherming van Brunhilde door het vuur. In principe wordt die bescherming tijdens haar leven alweer opgeheven en kan ze profiteren van de veilige situatie die inmiddels is gecreeerd voor haar.

 

 

 

De ontkenning van de eigen seksualiteit

 

 

 

Hierover was ik al langer aan het nadenken n.a.v. de les (schandaalkunst in het licht van Georges Bataille) van Onno over Bataille, een Frans filosoof die de bijnaam kreeg “filosoof van het kwaad”. Bataille (1897-1963), zelf geremd in zijn homoseksualiteit door zijn vader en door de kerk, die homosexualiteit als ziekte kenmerk(t)en, ging op zoek naar de oorsprong van seksualiteit, heel begrijpelijk. Hij sublimeerde de acceptatie van zijn “probleem” in het neerzetten van zijn theorie over soevereiniteit. Soevereiniteit is volgens Bataille een toestand waarin alle spanning is opgeheven, een anorganische toestand waar we allemaal naar verlangen.

 

In  zijn theorien over transgressie, het in extase raken, je eigen grenzen overschrijdend, waartoe seksualiteit ook wordt gerekend als het alleen maar om  seks als genot gaat, beweert hij  dat extreme pijn leidt tot een extreem gevoel van genot, wat de mens uittilt boven het alledaagse bestaan en een verbinding met zijn verloren gegane soevereiniteit teweegbrengt. Ik moest hieraan denken i.v.m. de transformatie van de vrouw in de boom.                                                              In de bovenbeschreven verhalen zie je de twee zijden van de medaille van Batailles theorie. Neem het verhaal van Daphne. Hierin is Apollo de agressor, die door liefde overmand Daphne helemaal wil bezitten. Voor Daphne is dit zo’n bedreiging, het zou haar zoveel pijn bezorgen, dat ze liever kiest voor een “bevroren” staat, die van boom. Het supergenot van Apollo tegenover de te grote  (niet te aanvaarden) door Daphne gevreesde pijn.                                                        Misschien was in de tijd dat Bataille leefde nog niet bekend dat het gebied van pijn en genot in de hersenen elkaar raakt, zodat gemakkelijk de ene sensatie met de andere verward kan worden. Hij beweerde immers dat immense pijn overeenkomt met intens genot, omdat beiden tot dezelfde gezichtsuitdrukking leiden. Ik vind dat altijd een boeiende theorie, maar ook gevaarlijk.  Het lijkt erop dat iemand  pijn doen hiermee geoorloofd wordt. Er moet verschil zijn tussen zelfopgelegde pijn en door anderen onvrijwillig aangedane pijn, waarbij de eerste wel geoorloofd is door de eigen keuze, maar de tweede niet. De agressor voor de vrouw in de boom is meestal de man, die haar (goedschiks of kwaadschiks) wil overmeesteren. Als uiterste redmiddel kiest de vrouw voor een bewegingsloze toestand, een bevriezing van haar zelf in de boom, een transformatie waarin niets verloren gaat, omdat het intrinsiek vrouwelijke blijft bestaan. We hebben hier te maken met een transgressie van beweeglijkheid naar een verstarde vorm. Of, misschien nog beter, de vrouw denkt dat haar transformatie in een boom leidt tot een toestand van eeuwigdurend genot, zichzelf aangedaan. Dan ben ik weer terug bij Bataille’s theorie.                                                                       (bron : Onno Schilstra : stencil over de denkwijzen van Bataille)

 

Nog meer beelden van boommensen, niet alleen vrouwen

 

 

 

Guilliam du Gardijn, mensen die in bomen veranderen, 1625-1650,

 

olieverf op paneel 40,1x 20,5 cm,  Stedelijk museum Alkmaar.

 

 

 

7

 

 

 

8

 

 

Jeroen Bosch  Boommens

 

gescilderd op het rechterpaneel van de drieluik “de tuin der lusten”, 1480-1490. De dorre takken aan de poten van de boom stonden  in de late Middeleeuwen voor zondigheid. Omdat de Franciskaner prediker, redenaar en dichter Johannes Brugman 1400-1473   zichzelf vergelijkt met een dorre tak, denken sommige Kunsthistorici dat dit een zelfportret is van Jeoren Bosch.

 

(bron Wikipedia)

 

 

 

 

 

 

 

 

het gezicht van Boeddha in een boom

 

 

Kiki Smith

 

 

Terug naar de vrouw, naar de rol van de vrouw ten opzichte van de boom

 

 

 

Waarom kiest de vrouw voor de boom?

 

 

 

en niet voor een heel sterk dier ?

 

Tijdelijke transformatie in de gedaante van een dier was bij de goden in de Griekse mythologie schering en inslag. Als de goden een vrouw begeerden en ze schatten in dat het moeilijk was haar in haar vrouwelijke staat te benaderen, kozen ze de gedaante van een dier teneinde wel in de buurt van de begeerde vrouw geduld te worden. Uiteindelijk lukte het ze ook om de vrouw te overmeesteren. (zie Roberto Calasso “de bruiloft van Kadmos”) b.v. Leda en de zwaan.

 

Maar in mijn verhalen kiest de vrouw voor de verbondenheid met- en transformatie in de boom.

 

 

 

Toch wil ik enkele voorbeelden laten zien van andere vrouwelijke voorkeuren

 

 

Frida Kahlo, roots

 

 

 

 

 

 

 

 

kiki Smith  Born

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kiki Smith, Roses

 

 

 

 

 

 

 

Frida Kahlo

 

9

 

 

 

10

 

 

 

Kiki Smith

 

 

 

 

 

 

Kiki Smith, rapture

 

 

 

Andere aspecten van de verbindig vrouw-boom.

 

 

 

 

 

De vrouw gebruikt de boom niet alleen als schuilplaats maar de vrouw treedt ook op  ook  als beschermster van de boom.

 

 

 

Drie verhalen uit India, Kenia, Japan

 

 

 

Het meest aangrijpende verhaal dat ik vond, komt uit India. In Rajastan, een staat in India, die bijna volledig woestijn is geworden, ontstond in de vijftiende eeuw de Bishnoi-beweging. Deze beweging had een belangrijk principe:   het verbod op het vellen van groene bomen en op het doden van dieren, omdat de natuur hen zoveel gaf en omdat het bos bestand was tegen de droogte.

 

De regio waar de Bishnoi-aanhangers woonden kwam tot ontwikkeling en werd steeds vruchtbaarder, vruchtbaarder dan de hele verdere omgeving, waar de woestijn om zich heen greep.

 

In 1731 Maharadja, de plaatselijke vorst, een nieuw paleis te bouwen. Hij stuurde  een groep soldaten eropuit om hout te zoeken.

 

Dat vonden ze in een bosrijk Bishnoi-dorp Jaldani, maar toen ze wilden beginnen met kappen snelde een vrouw, Amerita Devi genaamd naar hen toe om hen te vragen dat niet te doen. Ze legde het geloof van de Bishnoi uit. Ze vond echter geen gehoor. Toen omhelsde ze de boom die geveld zou worden en zei : “een afgehakt hoofd is goedkoper dan een gevelde boom”

 

Daarop werd ze onthoofd en daarna ook haar drie dochters, die haar plaats innamen, waarna de soldaten zich terugtrokken voor versterking,

 

Vervolgens vroegen de  inwoners van het dorp steun bij de 84 omliggende Bishnoidorpen.

 

Bij de volgende confrontatie sneuvelden op één dag 363 mensen.

 

Toen de soldaten terugkwamen met slechts  eenderde van de gevraagde hoeveelheid hout was de vorst woedend en vroeg naar de reden.

 

Toen hij het verslag van het vreselijke bloedbad hoorde stopte hij meteen met alle werkzaamheden aan het paleis en begaf zich naar Jaldani.

 

Daar besefte hij pas echt welk drama zich daar voltrokken had. Hij beloofde

 

de Bishnoimensen om nooit meer om hout te vragen, en dat geen Khejaraboom meer geveld zou worden in en rond de Bishnoidorpen.

 

bron : Thomas godsdienstonderwijs.be

 

 

 

 

Boeddha onder de boom

 

 

 

Nog een vrouw in Afrika, die zich inzet voor bomen :

 

De Keniaanse Wangari Maathai kreeg als eerste Afrikaanse vrouw de nobelprijs voor de vrede (in 2004).

 

Ze weigerde zich neer te leggen bij de vernietiging van het milieu en de onderdrukking van vrouwen in Kenya.

 

In juni 1977 plantte ze 7 bomen ter nagedachtenis van Keniaanse helden. Met dit gebaar richtte ze de Green Belt Movement op, een groep vrouwen die bomen plantten. In 1992 had deze beweging van 50.000 vrouwen meer dan tien miljoen bomen geplant. Dit planten van bomen vond navolging in heel Kenya en ook in andere landen. Het werd het symbool van verzet.

 

In haar land werd ze vervolgd en de mond gesnoerd, maar ze zette door en vandaag heeft de beweging over de hele wereld navolgers. De beweging  heeft een milieuprijs gekregen van de Verenigde Naties.

 

In Kenya planten de vrouwen bomen voor veelzijdig gebruik : sinaasappelbomen, avocado- en olijfbomen, maar ook inheemse bomen zoals de baobabs, vijgenbomen en acacia’s, die uitgeroeid waren sinds de tijd van de kolonisatoren.                                                                       bron : Thomas godsdienstonderwijs.be

 

 

 

En dit verhaal komt misschien het dichtstbij mijn werk

 

 

De wilgenvrouw

 

 

 

Dit is een oud verhaal uit de Japanse cultuur

 

 

 

Dichtbij het huisje van een arme man, Heitaro genaamd, groeide een mooie, grote wilgenboom. Alle seizoenen genoot de man van de boom.

 

In de winter genoot hij van de weerkaatsing van het zonlicht op de ijskristallen, die aan de takken hingen, in de lente van de jonge groene bladeren die hem hoop gaven, in de zomer van de beschutting tegen de hitte en in de herfst van de mooigekleurde bladeren. Heitaro hield meer van de boom dan wat anders ook in zijn leven.Toen enkele dorpelingen hout nodig hadden en de boom wilden omkappen, kon hij ze gelukkig overtuigen om ander hout, dat hij hen gaf, te gebuiken en zijn boom te sparen. Op een nacht, toen Heitaro onder de boom lag te bidden, verscheen er een mooie jonge vrouw. Ze keek alsof ze wat zeggen wilde, maar te verlegen was om dit te doen. Heitaro zei: “Geeerde dame, ik zie dat u op iemand wacht. Ik ga wel weg”

 

Toen zei ze zacht : “Dat is niet nodig, er komt niemand”

 

11

 

12

 

 

 

Houdt hij niet meer van u ?” vroeg Heitaro.

 

“Hij komt niet, omdat hij er al is ”.  Met deze woorden glimlachte ze en verdween. Elke avond als Heitaro onder de sierlijk neerhangende takken zat te bidden, verscheen de vrouw.

 

Op een avond vroeg Heitaro : “Wil jij, die uit de wilgenboom komt, mijn vrouw worden ?”  De vrouw stemde toe en na een tijdje werd er een kind geboren.

 

Heitaro kon zijn geluk niet op.

 

Jaren gingen voorbij. Toen kwam er een bericht van de keizer, dat hij  mooi hout nodig had voor de bouw van een tempel ter ere van de godin van de dankbaarheid.

 

De dorpelingen besloten het hout van de wilgenboom te geven, omdat er nergens een betere boom te vinden was.

 

Heitaro zei tegen de vrouw : “ Voordat ik je kende zou ik het verlies van de wilgenboom niet kunnen verdragen, maar nu heb ik jou en het kind. We zullen elkaar wel troosten.”

 

De dorpelingen arriveerden en begonnen de boom te kappen.

 

Omdat ze van te voren niet was gewaarschuwd, riep de wilgenvrouw angstig : “Manlief, het wordt zo donker. De kamer is vol gefluister. Ik wordt in stukken gehakt !” *

 

*bron : Thomas godsdienstonderwijs.be

 

Met een doffe klap viel de wilgenboom. Wilgenvrouw was niet meer.                                           Antonia : Man walking the dog

 

 

De boom in het voetlicht.

 

 

 

De functie van bomen

 

Waar staat de boom voor ?

 

In mijn ogen is de boom een overwegend gevend organisme. Wat de boom vraagt voor zichzelf is ruimte, water, licht en de geschikte grondsoort om op te groeien. Dit staat nauwelijks in verhouding tot wat de boom geeft. De boom geeft zuurstof, verkoeling, vruchten, hout, ontspanning, genezing, schoonheid, gom, rubber, vezels, organische meststoffen, een schuilplaats en vertrouwen in het leven door zijn /haar leeftijd, want bomen kunnen wel 3000 jaar oud worden. En sommige bomen verspreiden in de lente een heerlijke geur. Er wordt ook tegen de boom aangepist en in haar bast worden teksten gekerfd

 

 

 

 

 

 

Foto’s van oude bomen

 

 

 

 

Napoleoneik, bij Zabor, Polen **

 

Deze zomereik heeft een omtrek van 10 meter, is 23 meter hoog en 500-550 jaar oud.

 

**

 

 

Frankrijk Taxusboom op het kerkhof in La Haye de Routot, 800-1000 jaar oud

 

Verderop komt nog een foto van een taxus  met Mariabeeld op ditzelfde kerkhof.

 

info over “mijn” boom, de beuk

 

De beuk gedijt goed in de noordelijke gematigde temperatuurzones. Na de ijstijd  verspreidde de beuk zich over heel Europa. De beuk wordt gemiddeld 300 jaar oud, kan ook wel 500 jaar oud worden. In Europa zijn ongeveer tien soorten grote, loofverliezende, eenhuizige * bomen te vinden.                                                                                                             *een plant met eenslachtige bloemen, waarbij de mannelijke en vrouwelijke bloemen op één plant zitten.                                                                                 De beuk heeft een zilvergrijze schors. De naam beuk is afgeleid van “Boc” of “beoce”, en betekent zowel boek als boom. De Germanen sneden Runen in de gladde stam van de beuk of oip beukenplankjes.                                                                                  Runen, een oud schrift dat van de tweede tot de zevende eeuw na Christus gebruikt werd door vooral de elite. Met de komst van het Christendom verdween het uit Midden Europa

 

De ovaalvormige bladeren kleuren in de lente felgroen, in de herfst krijgen ze een koperbruine kleur. De beuk heeft ook vruchten, het zijn nootjes met drie vlakken, omsloten door een stekelig omhulsel. Tot aan de twintigste eeuw droeg de beuk bij aan het voedselpatroon. De knopjes en lenteblaadjes vormen een gezond ingredient in salades of soep. De gepelde beukennootjes kunnen worden geroosterd, in brood of gebak verwerkt of tot koffie gemalen. Traditioneel worden de nootjes aan varkens gevoerd, omdat ze zo voedzaam zijn. In Noord Amerika worden ze nog steeds door inheemse stammen genuttigd : de Tsalagi

 

bron :                                                                                                                              13

 

14

 

zoeken en plunderen zelfs voorraden van eekhoorns, zodat ze de nootjes zelf niet hoeven te zoeken en pellen. De eik, de beuk en de tamme kastanje zijn bomen die de meest voedzame noten produceren, ze behoren alledrie tot de beukenfamilie.

 

 

 

De boom als “medium” tussen de mens en “het hogere” (God )

 

Boeddha, Odysseus, Mohammed, Prinses Parizade.

 

 

Boeddha en de boom

 

 

 

In India stond de Bodhiboom, (=boom der ontwaking), een taxus, waaronder Boeddha verlichting vond. Hij staat in India bij de Mahabohditempel (bij Bodh Gaya in de Indiase staat Bihar). Volgens Boeddhistische teksten stond Boeddha een hele week voor de boom starend naar de boom zonder met zijn ogen te knipperen met een blik vol dankbaarheid. Ergens anders las ik dat Boeddha al mediterend onder de bodhiboom verlichting vond. Later werd er een schrijn gebouwd op die plek en nu is het een bedevaartsoord voor Boeddhisten. Nog steeds groeit er op die plek een  heilige ficus, een directe afstammeling,  zesde generatie, van de oorspronkelijke boom waar Boeddha onder zat. De ficus wordt 100-3000 jaar oud. (bron : wikipedia)

 

 

 

Boeddha had vrouw en kind verlaten toen hij op een bepaald moment in zijn leven zijn beschermde milieu, waar alles schoonheid was, verliet nadat hij bij toeval  ontdekt had hoeveel leed er in de wereld was. Er volgde een tocht van zoeken naar de waarheid en uiteindelijk vond hij die al mediterend onder de boom. (bron “little buddha”, film van Bernardo Bertolucci)

 

Dit is geen toeval volgens mij, de boom verbindt alles met elkaar door de wortels diep in de aarde en de takken tot ver in de lucht en de factor leeftijd doet ook veel.

 

Boeddha had iets gevonden dat veel groter was dan hij, de bodhiboom.Tijdens zijn leven liet hij zaden van “zijn”  bodhiboom op andere plaatsen planten en dat werden ook bedevaartsoorden. Boeddha is een verlicht mens met een verlichte geest, die zich verbindt met de kracht van de boom, zoook Jezus.

 

Ik las ook een verhaal over Jezus en zijn kruis.

 

Het kruis waar hij aangenageld was aan het eind van zijn leven zou getimmerd zijn van het hout van de “boom der kennis” uit het paradijs.

 

Vanaf dat moment zou de naam “boom der kennis” veranderd zijn in “boom des levens”. (bron : internet, wikipedia). Naar mijn idee erg onwaarschijnlijk, maar in het geloof kan alles. Ook in dit verhaal zie je weer die verbinding van Jezus, een verlichte geest,  met een krachtige boom. (bron : wikipedia)

 

 

Bodhiboom bij de Mahabodhitempel,  Bodhgaya, in de noordoostelijke Indische staat Bihar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Redon, “Boeddha in zijn jeugd” 1904

 

 

 

 

 

Redon, “de Boeddha” 1905

 

 

 

Bihar, India  Vrouwen doen de vrksasana, de

 

boomhouding, een van de bekendste oefeningen in de

 

(Boeddhistische) yoga.  (bron : internet)             `

 

 

 

Een eik /beuk in de Odyssee van Homeros

 

In boek 14:327-330 van de Odyssee begeeft Odysseus zich op weg naar Dodona in Epirus (Noordwest Griekenland) naar  een orakel gewijd aan Zeus om daar uit het “geruis van de hoogoverbladerde eik (of beuk) de wil van Zeus te vernemen – hoe hij naar Ithaka’s vruchtbare land zou terug kunnen keren, openlijk of in het geheim, nu hij lang afwezig geweest was.’’ Deze eik of beuk blijft heilig tot aan de komst van het christendom.

 

Bron: stemmen en beelden uit het arboretum door Eddy de Jongh in kunstschrift 4/2004 over bomen )

 

 

 

De Islam

 

In de religieuze traditie van de islam bestaat ook de wereldboom. Op de bladeren van die boom staan de namen van alle mensen opgetekend. Allah bepaalt welke bladeren van de boom afvallen. De afgevallen bladeren worden door de doodsengel Israfil opgeraapt, die vervolgens op aarde de tot stervenvoorbestemden ophaalt.                                                                              In het hiernamaals van de islamieten zouden (volgens de mythologie) twee soorten bomen zijn. Voor de gerechtvaardige godvrezende zijn er de lommerrijke bomen met kostelijke vruchten, maar voor de verdoemde zondaars en misdadigers zijn er bomen met doornige twijgen en bittere vruchten (Zaqqumboom) die na het eten daarvan in hun lijf opzwellen als gesmolten erts. (bron www.wikipedia)

 

Een verhaal over Mohammed, die ook veel met bomen had. Mohammed vertelt over zijn nachtelijke reis met de engel Gabriel naar het paradijs. Voor hij het paradijs binnengaat ziet hij een boom : “Toen nam de engel Gabriel mij mee tot we bij “Sidrut ul Moentaha”, de boom aan de uiterste grens van de hemel aankwamen, die was gesluierd in kleuren, onbeschrijfbaar”. Zie afbeelding (!) ter illustratie van dit verhaal.

 

Verder wordt over Sidraul Muntaha” verteld dat deze boom van het paradijs de lotusboom is van de eindbestemming, een boom waarvan de bladeren op de oren van olifanten lijken en de vruchten op kannen. Deze boom werd plotseling bedekt met een gouden laag. Allah, de Verhevene, verhulde de boom, zodat geen mens meer de schoonheid ervan zou kunnen beschrijven”(bron : Thomas godsdienstonderwijs.be)

 

Oosterse cultuur

 

Prinses Parizade brengt de zingende boom naar haar huis, 1906

 

Maxfield Parrish 1870-1966

 

Uit een verhaal (sprookje) van de vertellingen van 1001 Nachten, waarin prinses Parizade  een zingende boom naar huis brengt.

 

Bijgeloof rond de boom in Nederland

 

 

 

Toch nog een man in de boom gevonden met zijn verhaal, en het speelt zich in het heden af !                                                                                                         “Waar de witte wieven wonen”                                                                                 Dit verhaal speelt zich af in de buurtschap Zwiep, aan de voet van de Lochemse berg. Volgens de inwoners, waaronder Ge Postel wordt het bos op de Lochemse berg al eeuwenlang bevolkt door witte wieven. Ge Postel kan het weten, hij ontmoet ze regelmatig net als zijn vader voor hem.

 

“In Twente heb je ook Witte Wieven, net zoals op de Veluwe en ook wel elders in Nederland. Maar nergens zijn ze zo gemeen als hier. Als je niet oppast grijpen ze je in een keer bij de strot en krabben je de ogen uit de kop. Op de berg is de kule van de Witte Wieven, ik weet zeker dat ze in die kuil wonen. Dat merk ik aan de sfeer die daar hangt. Ik ga er regelmatig naar toe met groepen mensen,          ‘s avonds in het donker, met gevaar voor eigen leven. Maar ik vertel de mensen graag het verhaal dat van vader op zoon wordt overgedragen en dit verhaal kan alleen maar op die plek verteld worden. Vooral op een warme zomeravond, zo tegen het tweeduuster, als de koude vanaf de grond optrekt, dan slierten ze tussen de bomen en struiken door. Dan komen ze vanuit het niets opzetten en als je niet uitkijkt is het gauw met je gebeurd. De Witte Wieven van hier zijn heel lelijk, krakkemikkig en gemeen. Ik heb wel eens een plaatje gezien van Witte Wieven uit de buurt van Oss, dat zijn schoonheden, nimfen. Nee, hier niet. Ik loop nog steeds rond. Ik heb een schoon geweten. Soms doen ze wel eens goede dingen, als mensen in nood zijn. Maar ze presteren het ook om hele schoolklassen gillend de berg af te laten lopen….. “(bron : ” Mensen verhalen over bomen” door Adrie Beijen, november 2004)

 

 

 

 

 

 

De functie van de boom in Scheppingsverhalen van een aantal culturen, Afrika, de Mayacultuur, Scandinavie, Namibie, Tanzania, Nigerie en de Bijbel.

 

 

 

Afrika, de bosjesmannen

 

In dit verhaal wordt verteld hoe nauw het leven van de mens samenhangt met dat van de bomen. De Heer van alle leven, de Schepper vormt als eerste schepsel een boom. En uit een gat uit de grond tussen de wortels van de boom komt het leven te voorschijn, eerst de mensen dan de dieren: een fragment.

 

 

 

 

 

Lang voordat er mensen en dieren op aarde waren leefden er mensen en dieren onder de aarde, samen met Kaang, de Grote Meester en de Heer

 

van alle leven. Het was een heel mooie en gelukkige plaats, daar onder de aarde. Zon had men niet nodig, want er was al licht en niemand had behoefte aan voedsel, want er was geen honger, geen ziekte, geen dood. Toen, in die lang vervlogen tijd, kreeg Kaang, de Schepper, het plan wonderen te gaan maken op de aarde en daarboven. Eerst maakte Hij een wondergrote boom. Ze groeide en groeide en spreidde haar takken uit hoog boven de aarde. Bij de wortels van de boom groef Kaang een gat in de grond, zó diep dat het uitkwam in de geheime onderwereld waar de mensen en dieren leefden. Toen Kaang klaar was riep Hij de eerste man naar boven. En de eerste man van alle mannen kwam naar boven en keek zijn ogen uit. Hij keek naar rechts en naar links, voor zich en achter zich. Hij keek omhoog naar de blauwe lucht hoog boven hem en zag het grote licht van de zon schijnen door de takken van de boom. En de eerste man van alle mannen ging zitten op de grond onder de boom. Toen riep Kaang de eerste vrouw van alle vrouwen. En toen zij boven kwam keek zij verrast naar alles om zich heen. Zij keek naar rechts, zij keek naar links. Voor zich keek zij en achter zich: ze keek omhoog naar de blauwe hemel boven haar en naar het heldere licht van de zon, dat door de takken van de boom scheen. Toen ging de eerste vrouw van alle vrouwen zitten, onder de boom naast de man. Spoedig kwam de tweede man naar boven en de tweede vrouw en meer mannen en meer vrouwen. En allen stonden verbaasd. En zij gingen allen zitten onder de grote boom.

 

Toen hielp Kaang de dieren om naar boven te komen. En alle soorten die-

 

15

 

                                                                                                               

 

                                                                                                              16

 

ren kwamen naar boven. Eerst twee aan twee, toen drie aan drie, vier aan 

 

          vier. Het was een gedrang van jewelste en in de haast om naar boven te 

 

         

 

‘Ik heb jullie allemaal naar boven gebracht en ik wil dat jullie geluk met

 

elkaar leven. Wees goed voor elkaar’. komen vonden sommige dieren een

 

weg aan de binnenkant van de boomstam en lieten zich dan vanuit de boom

 

naar beneden vallen. Toen de laatste dieren op aarde gekomen waren,

 

gingen dieren en mensen tesamen onder de grote boom zitten en

 

begonnen met elkaar te praten, want in die eerste tijd waren dieren en

 

mensen met elkaar bevriend en konden ze elkaar ook verstaan. Toen

 

kwam Kaang naar hen toe en zei: ”IK heb jullie allemaal naar

 

boven gebracht en ik wil dat jullie gelukkig met elkaar leven. Wees      

 

goed voor elkaar” (bron : www : Thomas godsdienstonderwijs.be )

 

 

 

De boom als middelpunt van de wereld

 

 

 

Maya cultuur

 

 

 

Bomen als peilers van het heelal

 

Volgens de Maya’s is de wereld gemaakt, steunend op 4 bomen, de vier windrichtingen. De vier bomen zijn hol en staan allevier op holle heuvels, teneinde drie kosmische niveaus met elkaar te verbinden en te ondersteunen. Onderwereld-middenwereld-hemel. In het midden staat de boom waarvan de wortels tot in de onderwereld reikten, maar de bovenste takken de hoogste hemeldomeinen aanraakten. In Yucatan in Palenche, bij het paleis van de Mayakoning Pacal staat nog steeds een seibaboom, de  heilige boom, die onder-en bovenwereld met elkaar verbindt

 

 

Koning Pacal gaat via de seibaboom naar de bovenwereld. Relief op de deksel van sarcofaag van koning Pacal.

 

In Palenque heb ik de seiba boom aangeraakt, hij zit vol grote stekels en eromheen hoorde ik het snerpende circelzaaggeluid van een soort krekel. De seibaboom is nog steeds heilig, hij wordt niet omgezaagd in andere landen van Zuid Amerika.

 

 

In het scheppingsverhaal van de maya’s creeëren de goden de eerste mensen uit mais. Ze waren goed, maar niet goed genoeg, ze hadden geen empatish gevoel voor de goden, waren niet in staat hen te vereren.Toen maakten de goden de mensen uit hout en vanaf dat moment waren de goden tevreden, ze konden zich  verheugen op alle dankoffers en gebeden die naar hen gestuurd werden door de mensen.

 

 

 

 

tekening van mayaboom, boom als middelpunt van de aarde

 

 

 

Scandinavie

 

Ook hier was een grote wereldboom, de Yggdrassil, die de as van alle werelden bij elkaar houdt, hij is het centrum van leven, dood en lotsbestemming met helende bladeren, de boom van levenskracht en kennis. Vroeger dacht men dat het een es was, nu wordt meer aan de taxus (baccata) gedacht.Ygdrassil betekent ook “paard van Yggr” of “paard van Odin”, de oppergod van Scandinavie…..(bron : www.wikipedia)

 

In de visie in West Europese stond ook een boom  in het centrum van de wereld.

 

En ook in de antroposofische leer van Rudolf Steiner, die veel mensen nu nog aanhangen staat de boom voor de verbinding van onder-, midden-, en bovenwereld.

 

Nog een aantal scheppingsverhalen, waarin ik bomen en vrouwen teruggevonden heb.

 

Namibie Herero

 

“De mensen ontstonden in een boom.”

 

• De mensen komen uit de Omumborombonga.                                                            Hij staat in Kaoko. Het is een geweldig grote boom.                                                Er zit een gat in en hij heeft de mensen gebaard.                                                   Als mensen langs deze Omumborombonga komen, maken zij vuur, zij offeren en bidden tot hem. Wie aan die plaats voorbijgaat zonder te offeren sterft.         Hij zal daar nooit meer met mensen langskomen. Men offert er snoeren glazen of ijzeren kralen en legt die in de holte van deze boom. Sommigen slachten ook.

 

 

•                                                                                                                           17

 

• 18

 

 

• offerdieren, zo wordt gezegd.  Het kleinvee, de runderen en alle levende wezens die naast de mensen(bestaan, zijn uit een rots gekomen.

 

Het is een mysterie

 

Bron :Afrikaanse scheppingsmythen uit “het zwarte paradijs“ door Mineke Schipper

 

 

 

•                       “De oorsprong van de vrouw.”

 

 

Saranno Tanzania

 

Lang geleden waren er geen vrouwen. Er waren alleen twee mannen, die van honing leefden. De ene man klom in een boom. Binnenin die boom zat honing en met zijn bijl wilde hij die honing eruit zien te krijgen. De ijzeren kop van de bijl schoot naar beneden en trof zijn metgezel die daar beneden op zijn rug lag te slapen.  De vallende bijl trof hem op zijn schaamdeel en sneed hem daar. Er ontstond een bloedende wond net als bij de vrouw. Zijn metgezel kwam naar beneden en vroeg : “Wat is dat ?” Hij antwoordde : “ De bijl heeft mij daar gekortwiekt”               Daarna sliepen zij met elkaar en er werd een meisje geboren. Ze sliepen nog een keer met elkaar en er werd een jongetje geboren. Sinds die dag moeten alle vrouwen bloed verliezen, zoals dat met die eerste vrouw het geval was.             Ja, allemaal verliezen zij van onderen bloed.   

 

Bron :Afrikaanse scheppingsmythen uit “het zwarte paradijs“ door Mineke Schipper

 

 

 

Nigerie

 

De leukste tegenhanger van het bijbelverhaal vond ik dit verhaal

 

“Hoe het komt dat er mannen op aarde zijn”

 

In het begin was de wereld alleen door vrouwen bevolkt. Op een dag doodde Obassi Nsi* per ongeluk een vrouw. Toen de overige vrouwen dat hoorden, kwamen ze bijeen en baden tot hem : als het zijn plan was hen uit te roeien, of hij in dat geval de vernietiging over hen allemaal tegelijk wilde brengen in plaats van hen langzaam een voor een te doden .                                                                         Het speet Obassi Nsi dat hij hun verdriet had gedaan. Daarom mochten ze kiezen uit al zijn bezittingen, om het weer goed te maken dat hij hun medevrouw had gedood. Ze vroegen hem op te noemen wat hij te bieden had  en zeiden dat ze allemaal “ja” zouden roepen als hij iets op zou noemen dat ze graag wilden hebben.                                                                                                             Obassi begon, hij noemde een voor een al zijn vruchten, vogels en dieren op, maar bij het horen van al die namen schreeuwden ze telkens “nee”.                     Tenslotte was hij bijna klaar. Er was nog maar een ding dat hij hen kon aanbieden. “Willen jullie dan een man hebben ?” zei Obassi eindelijk.                     “Ja” brulden ze onder groot gejuich en ze pakten elkaar beet en begonnen te dansen van vreugde bij de gedachte aan het geschenk dat Obassi zou sturen. Zo namen ze de man als compensatie voor hun verloren medevrouw. Daarom werden de mannen de ondergeschikten van de vrouwen en moeten zij voor hen werken tot op deze dag. Want al komt de vrouw onder invloed van de man als ze trouwt, toch is zij zijn eigenares en heeft zij het recht elke dienst van hem te vragen en te verwachten dat hij doet wat zij maar wenst.

 

Bron :Afrikaanse scheppingsmythen uit “het zwarte paradijs“ door Mineke Schipper

 

 

 

The Ekoi tribe, located in southern Nigeria, thought that there were two gods in the beginning. Their names were Obassi Osaw and Obassi Nsi. Both of them created everything together. Then, after awhile, Obassi Osaw said he was going to live in the sky. Obassi Nsi then decided to live on the earth. The god that lives in the sky brings storms and droughts, but he also brings sunlight and moisture. The god living on earth nurtures people and when they die, brings them to the god in the sky. One day, Obassi Osaw made a woman and a man and put them on the earth. Obassi Nsi taught them to hunt and grow food since they knew nothing. ( bron : internet)

 

De Bijbel

 

Genesis 2 :

 

“Ook deed de Here God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien om goed om van te eten ; en de boom des levens in het midden van de hof  ( net als bij de maya’s) , benevens de boom der kennis van goed en kwaad.”

 

Na het scheppingsverhaal volgen er meer beelden van bomen in de bijbel.

 

In het oude testament krijgen  bomen een poëtische rol toebedeeld.

 

Psalm 96:12 : “Dan zullen alle bomen des wouds jubelen, want Hij komt, om de aarde te richten. ”

 

Jesaja 55:12 : ”Want in vreugde zult gij uittrekken en in vrede geleid worden ; de bergen en de heuvelen zullen voor u uitbreken in gejuich 

 

en alle bomen des velds zullen in de handen klappen.”

 

 

 

En in Richteren 9:8  gebruikt de spreker Jothan de bomen als metafoor voor mensen, die kandidaat zijn voor de rol van koning  :

 

 

 

”Eens begaven de bomen zich op weg om een koning over zich te zalven en zij zeiden tot de olijfboom : “Wees toch koning over ons ! “ Maar de olijfboom zeide tot hen : “Zou ik de vettigheid prijsgeven, welke God en mensen in mij eren, om te gaan zweven boven de bomen ?  Toen zeiden de bomen tot de vijgeboom : “Welaan wees gij koning over ons !” Maar de vijgeboom zeide tot hen : “Zou ik mijn zoetigheid prijsgeven en mijn goede vruchten, om te gaan zweven boven de bomen ?” Kortom, niemand wilde zijn geriefelijke staat opgeven om de verantwoording van het koningsschap op zich te nemen.

 

 

 

 

 

 

Jan Mostaert “de boom van Jesaja” circo 1500, olieverf op paneel , 88,5x 59,5 cm, een stamboom beginnend bij Jesaja, eindigend bij Maria, Rijksmuseum A’dam.

 

19

 

 

 

20

 

De functie van bomen in de Middeleeuwen

 

De ontdekking van geneeskrachtige plekken rondom bomen

 

Afhankelijk van de tijdgeest hebben bomen een eigen ziel of niet, zijn ze zelfs heilig. In de vroege middeleeuwen hield het heidense gebruik om aan bomen te offeren nog hardnekkig stand. Eiken waren b.v in het Germaanse geloof (evenals bij de Grieken en Romeinen) sacrosanct.  Dit was aanleiding voor de christenen om te geloven dat er in de gewijde eiken heksen en duivels huisden. De christenen wilden niet dat mensen krachten toeschreven aan bomen, die alleen aan God toegedicht mochten worden.  Om die reden roeide Bonifacius in 725 een aan de Germaanse God Donar gewijde eik met wortel en tak uit en bouwde van het hout op die plaats een Mariakapel. De Germanen hadden verwacht dat Donar, de God van de bliksem Bonifacius zou doden, maar er gebeurde niets. Veel mensen lieten zich door Bonifacius dopen na deze actie . Toch schoot deze boomkap een aantal Germanen in het verkeerde keelgat en in datzelfde jaar werd Bonifacius door hen vermoord.                                                                                                      De christenen pakten het slimmer aan. Ze omhelsden het heidense gebruik om aan bomen te offeren door de bomen op te tuigen met Mariabeelden. Bomen zelf mochten geen genezende gaven hebben, maar Maria mocht dat wel op voorspraak van God. Op deze manier maakten ze de heidense verering onschadelijk. In de loop van de zestiende eeuw ontstond zo o.a. de populaire cultus van Onze lieve Vrouwe van Scherpenheuvel. Dit was een Mariabeeld dat zich in een boom zou hebben bevonden en het is zeer waarschijnlijk dat die boom de kruisvormige eik in Sichem was, de eik die in vroegere tijden zelf werd vereerd.                                                                    Nog een voorbeeld van Mariaverering was Onze Lieve Vrouwe van Hulsterloo, dit Mariabeeld was in Frankrijk gevonden (in Therouanne volgens een bron uit de zestiende eeuw). Het beeld had een priester genezen. De priester nam het mee naar Vlaanderen en liet zich daarbij de weg wijzen door twee duiven, die neerstreken in het bos van Hulsterloo. Daar plaatste hij het beeld in een kleine tabernakel in een boom. De cultus rond het beeld dat hier ontstond in de late Middeleeuwen was zo populair dat de inwoners van Brugge een broederschap oprichtten, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe van Hulsterloo.                                                                                                       En dan nog Onze Lieve Vrouwe van Scheut, dit Mariabeeld zou vanaf 1449 wonderen verrichten, waardoor er een grote bedevaart op gang kwam vanuit het nabijgelegen Brussel. De verering van het Mariabeeld was zo groot, dat er zelfs  een klooster op die plek werd gebouwd. Onze lieve Vrouwe werd met stronk en al in de kerk geplaatst. De eik was het onderscheidende kenmerk van het beeld geworden. In de kroniek van Scheut fungeert de stronk als het attribuut van Onze Lieve Vrouwe, zoals de lantaarn en de draak de attributen zijn van de haar flankerende Sint Gudula en Sint Michael, de patroonheiligen van Brussel.                                                                                  Deze connectie  van de Boom met een beeld van Maria is tot op de dag van vandaag in gebruik, b.v. in Frankrijk   (*bron : “wonderbomen en mirakelbeelden door Hugo van de Velde in het kunstschrift 4/2004 over bomen)

 

 

AllouvilleBellefosseChene, Frankrijk. In deze zomereik zijn in de 17e eeuw twee kapelletjes gebouwd, de onderste bevat een klein altaar met een Mariabeeld, gewijd aan “Onze lieve Vrouwe van de Vrede”. De bovenste kapel kan bereikt worden via een wenteltrap, die om de boom heen gebouwd is.

 

 

 

 

 

Boom en mirakelbeeld in de Onze- Lieve- Vrouwekapel van de Lambertuskerk , Meerveldhoven (Brabant)

 

Frankrijk, kerkhof La Haye de Routot, twee zeer oude taxusbomen

 

 

Dit witte Mariabeeld is een kopie van die in de Grotten van Lourdes

 

Deze taxus staat op hetzelfde kerkhof en had in 2002 een omtrek van 10 meter, een hoogte van 17 meter, en was 800-1000 jaar oud, in de holte is een Mariakapelletje gebouwd, de “Chapelle Notre Dame” genaamd.

 

21

 

 

22

 

 

 

 

 

 

Ik heb veel aandacht aan de boom besteed. Voor mij geldt : als er bomen groeien op een plek, is er leven mogelijk, niet een overleven, maar ruimschoots leven met zuurstof,  schaduw en het gezang van vogels en verandering van uiterlijk in ieder seizoen en naar leeftijd, iets wat ook in ieder mens plaatsvindt . Bomen kunnen de menselijke fantasie prikkelen, blijkt uit bovenstaande verhalen en geven iets veiligs omdat ze de  levensduur van de mens  overstijgen. Als ik de vrouw als doorgever van het leven zie, snap ik heel goed waarom ze de boom kiest om in te transformeren.

 

 

 

 

 

23

 

24

 

Terug naar de kunst

 

De boom als inspiratiebron voor kunstenaars

 

 

 

Giuseppe Penone (1947)

 

 

 

Het hart van de boom

 

De Italiaanse arte povera kunstenaar Giuseppe Penone is gefascineerd door de ziel, het hart van de boom, hij heeft letterlijk het innerlijk van de boom blootgelegd. Hij ziet in alle houten voorwerpen om zich heen- zoals beelden,  deuren, meubels of boten- nog iets van de oorspronkelijke bomen besloten ligt. Voor hem zijn al deze houten voorwerpen getransformeerde stukjes bos.

 

Penone vindt het belangrijk om het proces van natuur naar cultuur, van boom naar beeld om te keren. Hij wil de oorsprong van de dingen weer zichtbaar maken en het ontstaansproces ontleden. Hij laat dat zien in o.a. boomstammen waarin hij de jonge scheuten blootlegt. Hij pelde stuken van oude bomen af tot op de eerste jaarringen, zodat de kleine boompjes waarmee het groeiproces begon en die nog in de stam besloten liggen, weer aan de oppervlakte kwamen.                                                                  Zijn kunst wordt gezien als het medium van de natuur.

 

 

 

 

 

deur 1993/1995, cederhout, 250x120x120

 

 

Penone : “In mei 1969 ben ik het bos ingegaan en heb nadenkend en verrast over iedere nog zo kleine vorm waar ik naar keek, heel langzaam mijn weg vervolgd. Toen is deze cathedraal uit de stille wereld van de materie omhooggerezen en in de wereld van de sculptuur gegaan, de poetische ontmoeting met de werkelijkheid”

 

Bron : Kunstschrift 2004/4

 

Bron : Giuseppe Penone, die Adern des Steins, door Prof.Dr.Dieter Ronte, uitgever : Kunstmuseum Bonn

 

“Pelle di foglie” , huid van bladeren, gemaakt van brons in 2000

 

Penone hield zich ook bezig met de menselijke gedaante die uit de boom komt.

 

 

Sentiero (pad) New York 1987

 

 

 

Tre paesaggi (drie passanten) 1986 in Parijs

 

Piet Mondriaan (1872-1944)

 

Hoewel Mondriaan zichzelf neerzet als natuurhater, bestaat driekwart van zjn werk uit landschappen, waarin bomen als hoofd- of bijwerk voorkomen.Daaruit lijkt op te maken dat hij een grote liefde voor de natuur koesterde. Zelf noemde hij zijn abstracte kunst uiteindelijk “een overwinning op de onvolkomenheid van de natuur”. De bomen van Mondriaan zijn niet altijd te herkennen in hun soort, maar ze hebben karakter, het zijn bomen  waarop zich menselijke gevoelens en karaktertrekken laten projecteren.  Achterop de gekleurde tekening van de dorpskerk uit 1898 schreef Mondriaan :  “en de takjes van de jonge boompjes/ jubelden op /tot ze samenkwamen met die reeds in rust/van de grijze lucht/neerhingen van de groote boomen/en daaronder de zwijgende groene vlakte-/En de kerk rees hoog op , boven ‘t dorp uit.

 

 

Dorpskerk

 

 

 

Later gaf de vorm van de boom hem de mogelijkheid om de formele aspecten van de boom te gebruiken, dit leidde tot zijn kubistische schilderijen.

 

Mannelijk en vrouwelijk

 

• Mondriaan schrijft : ”Als het mannelijke beginsel de verticale lijn is, zal een man dit element in de stijgende bomen van een woud herkennen; in de horizontale lijnen van de zee ziet hij zijn aanvulling”.                                                      De vrouw met de horizontale lijn als element herkent zich in de liggende lijnen van de zee en ziet zich gecompleteerd in de verticale lijnen van het woud.Het idee van Yin en Yang, twee krachten die elkaar aanvullen en elkaar in evenwicht houden. Misschien is dit de ideale toestand als de (mijn) vrouw uiteindelijk uit haar boom komt.

 

•                                                                                                                           25

 

 

• 26

 

 

• Mondriaan had deze conceptie uit de theosofie, waarmee hij zich in die tijd (1912) intensief bezighield. Vanuit de studies van de appelboom komt hij tot steeds abstracter werk en als hij uiteindelijk zijn dambordschilderijen

 

• gemaakt heeft, verliest hij de directe connectie met de bomen. Hij kan ze niet meer zien. Hij begint zijn composities in rood, geel en blauw (1923)

 

• *Bron : artikel “betekenisdragers en vormexperimenten, de bomen van Mondriaan” Door Carel Blotkamp in kunstschrift 4/2004 )

 

 

 

 

 

• Dambordschilderij

 

 

 

Compositie in kleur B, 1917, olieverf 50/50.5x 45 cm

 

 

Even terug naar vroeger werk van hem

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De appelboom

 

Literatuur

 

Italo Calvino (1923-1985): “De baron in de bomen”, een verhaal tussen werkelijkheid en verbeelding dat zich afspeelt in 1767 in het Italiaanse Liguria. Na een ruzie aan tafel, zoekt de twaalfjarige baron zijn toevlucht in een boom. Hij besluit zijn levenlang in bomen te blijven leven. Vanuit zijn hoge positie neemt hij volop deel aan het reilen en zeilen van de mensen op de grond.

 

 

 

 

 

 

 

Antonia : aquarel, gemaakt in 2007 (70×100)

 

 

 

 

 

De verbinding  vrouw – boom naar aanleiding van een gedicht van Gerrit Achterberg

 

 

 

Nog iemand die een vrouw in de boom zag

 

 

 

Gerrit Achterberg (1905-1962)

 

Uit: ‘Verzamelde Gedichten’ (1964)

 

Uitgever: Em. Querido

 

Ik heb de linde heilig doen verklaren,

 

die ik gedurig voor een vrouw aanzie.

 

Ver genoeg weg wordt het verschil nihil:

 

de stam het lichaam, klederen de blaren

 

en goud haar de bloesem bovendien.

 

 

 

Liet zich het juiste ogenblik uitsparen

 

van de verandering, dan zou ik zien

 

hoe zij tot stand komt uit haar effigie

 

en dat fotograferen en bewaren.

 

 

 

27

 

28

 

Daarvan een film opnemen, het proces

 

was dan hanteerbaar, ik kon eigenmachtig

 

bedoelde phase zoveel widescreen geven,

 

 

 

dat zij spontaan de boom ging overleven,

 

de schijn ontsnapte en zichzelf deelachtig,

 

mij tegemoet liep uit die blinde bres.

 

 

 

De Dryade

 

“De Dryaden, de bos- of boomnimfen, zijn met hun zusters de Oreaden (bergnimfen) en de Najaden (bron- en beeknimfen), als dochters van Zeus en begeleidsters van Artemis, de personificaties van het vrije, onbezorgde leven in de natuur. Iedere Dryade wordt geboren als hoedster van een bepaalde boom en zij leeft of in de boom zelf, of in de onmiddellijke nabijheid ervan. Het leven van de Dryaden is vast met dat van de bomen verbonden: als de boom vergaat, sterft zij met hem. Als dit veroorzaakt wordt door een sterfelijk wezen, zullen de goden die persoon daarvoor straffen. De dryaden zelf zullen ieder die een boom op welke wijze dan ook aantast met waanzin slaan.” (bron : www)

 

 

 

`

 

Achterberg laat zijn dryade in een lindeboom leven, wat hem de gelegenheid geeft ook naar het Germaanse volksgeloof te verwijzen. De linde was van oudsher de dorpsboom, gewijd aan de godin Freya, niet alleen de Germaanse godin van liefde en vruchtbaarheid en als zodanig behoedster van schoonheid en liefde, maar ook tovenares en te vrezen dodengodin.  (*bron : www)

 

Vanuit beide invalshoeken gezien is het dus voor de mens die zich met een boom en meer specifiek een lindeboom bezighoudt, van eminent belang dat op een verantwoorde, zorgvuldige wijze te doen.”

 

De lindeboom heeft op mij altijd een aphrodiserende werking, als ik in de maand mei op de fiets de zoete geur van de bloesems ruik op het Lange Voorhout.

 

 

 

 

Is de vrouw te vergelijken met een boom ?  Misschien zijn sommige eigenschappen wel te vergelijken met die van een boom, bijvoorbeeld de verbondenheid met de aarde, het baren van nieuw leven. De boom verandert innerlijk en uiterlijk  met de wisseling van de seizoenen, dat doet de vrouw ook met de maanstonden, de menstruatie die weliswaar een cyclus van een maand is, maar ook heel veel bepaalt zowel wat betreft het uiterlijke als innerlijke leven van de vrouw.

 

 

 

Is het geen fantasie van veel mannen om aan vrouwen te denken als ze in een bos lopen, misschien roept de zachte energie van de natuur dat op.

 

Toen Eric Hirdes een keer naar een van mijn schilderijen keek zei hij : “Kijk daar loopt weer een man in het vrouwenbos”.

 

En ook bij Marcel Proust las ik de fantasie dat hij helemaal gelukkig zou zijn met de natuur als hij een heel mooi meisje, geboren in die prachtige streek, zou tegenkomen in het bos. Terwijl vrouwen zich, in hun eentje wandelend door het bos, over het algemeen helemaal niet veilig voelen.

 

 

 

Wat kitcherige plaatjes van een dryade. (bron :www)

 

 

 

 

 

 

 

Rob Schouten, the garden of Eve

 

 

 

De vrouw, vanaf de schepping, de boom als drager van goed en kwaad

 

 

 

Terug naar het scheppingsverhaal uit de bijbel, omdat dit zoveel impact op mijn denken en leven heeft gehad.

 

De eerste mens, echt wonend in de bomen.

 

Ardi : oudste oermens

 

Ardi (ardipithecus ramidus) is een nog vroegere voorloper van de mens dan Lucy  ( 2 miljoen jaar ouder). Ze leefde 4,4 miljoen jaar geleden in de bomen van het toenmalige Ethiopische savannebos. Ze had aapachtige trekken, een geplette schedel, enorme grijphanden en voeten. Ze kon vrijwel zeker rechtop lopen in de bomen over de takken, denken de ontdekkers.( bron : “nieuwe oudste oermens : dit is ardi”, de volkskrant van 26-10-2010)

 

 

 

Terug naar het paradijs, terug voor de eerste vrouw, volgens mijn opvoeders.

 

Genesis 2;9                                                                                                         “Ook deed de Here God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien om goed om van te eten ; en de boom des levens in het midden van de hof (net als bij de maya’s), benevens de boom der kennis van goed en kwaad. Ze mochten niet eten van de boom die in het midden van de hof stond, dan zouden ze sterven, maar de listige slang zei tegen Eva : ‘Gij zult geenszins sterven, maar God weet, dat ten dage dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was en hij at.”

 

Toen gingen Adam en Eva zich bedekken met vijgebladeren, omdat ze ontdekten dat ze naakt waren. En de ongelijkheid tussen Adam en Eva wordt een feit, Adam moet heersen over Eva.                                                                                        Dit verhaal roept tal van vragen op. Waarom koos de slang ervoor om Eva te verleiden ? Bij haar had hij/zij misschien meer kans, omdat hij/zij haar avontuurlijker en nieuwsgieriger inschatte dan Adam ? Voelde Eva zich toen al verbonden met alle bomen, zonder uitzondering ? En wilde ze (van allemaal) hun aard en functie doorgronden  ?                                                                                                      Het karakter van Eva, de vrouw wordt in dit verhaal voorafgaande aan de zondeval bepaald. Ze is nieuwsgierig, leergierig, wil alles weten, onderzoeken, deinst nergens voor terug om te weten wat God weet, wil alles begrijpen. Adam is een volger, hij neemt zonder meer aan dat wat Eva beslist goed is, hij vertrouwt haar volledig. Je kunt ook zeggen dat hij zelf niet nadenkt of kritisch vraagt van welke boom Eva die vrucht geplukt heeft. Later als hij ter verantwoording wordt geroepen, geeft hij  Eva gewoon de schuld.

 

29

 

 

 

30

 

God strafte de vrouw (!) (Eva):

 

” Ik zal zeer vermeerderen de moeite van uw zwangerschap ; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen”

 

En ook de man (Adam):

 

”Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan ik u geboden had : Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten, zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten, in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren”

 

Dat was nogal wat, al Eva’s nieuwsgierigheid, die ze van nature heeft, wordt met pijn en hunkering en onderdrukking gedempt. In kleine lettertjes wordt er onderaan het scheppingsverhaal verwezen naar andere teksten, waarin teruggegrepen wordt op de boodschap van het scheppingsverhaal.. Het gaat om de Evangeliën en de brieven van Paulus.

 

In de Evangeliën van Mattheus en Marcus wordt nog even herinnerd aan de rol van Man en vrouw in een huwelijk : “zij zullen tot één vlees zijn”. Daar kan ik mee leven.

 

Maar Paulus maakt het veel bonter. Paulus, voorheen moordenaar, later bekeerd, hield en houdt met zijn brieven en uitleg van de bijbel heel gereformeerd Nederland in zijn ban. Hij schreef in zijn brief aan de Corinthiers ( 1 Cor. 11:3,4):

 

“Het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd van de vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God”. Rangen en standen moesten er zijn bij Paulus, hij wilde het scheppingsverhaal uit genesis en de straf van God voor Eva (en daarmee de vrouwen in zijn tijd en in de tijd van mijn jeugd) nog even wat verder doorvoeren.

 

Even verder (1 Cor. 11:7,8) schrijft hij :  “ Want een man moet het hoofd niet bedekken : hij is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is  de heerlijkheid van de man (!). Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man.“

 

En in de brief van Paulus aan de Efeziers (5:22):                                           Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is van zijn gemeente.

 

en later (vers 33) “Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.”

 

Mijn hele kindertijd bracht ik ‘s zondags in de kerk door, twee kerkdiensten per zondag. Deze teksten werden vaak voorgelezen en “uitgelegd”, waarna ieder weer zwijgend en gesticht huiswaarts ging. Ik mocht die Paulus en zijn vermanende brieven niet en de uitleg daarvan als leiddraad voor ons leven al helemaal niet.

 

 

 

 

 

 

 

Beweegredenen van God

 

God had net als de gewone man de vrouw nodig voor zijn voortplanting. Hiervoor koos hij een maagd: er moest duidelijkheid zijn over de vader van Jezus. Dit is ook waarom in de meeste culturen de vrouw maar 1 man mag hebben. De herkomst van het zaad moet duidelijk zijn, de man wil zekerheid over de genen van zijn kinderen. God koos de vrouw als zijn tegenspeler (voor voortplanting). Is de vrouw ook op andere terreinen zijn tegenspeler ? Degene die zijn plannen op waarde test? Zijn ondeugende speeltje? Eva koos voor het avontuur, niet voor de gehoorzaamheid. Zo ook de vrouw van Lot toen ze achterom keek en veranderde in een zoutpilaar.

 

 

 

 

 

 

Sodom en Gomorra

 

 

 

Eva mag er dan wel voor gezorgd hebben dat Adam het paradijs moest verlaten.

 

Alleen via de vrouw kan Adam/Dante weer terugkomen in de hemel.

 

In de Divina Comedia beschrijft Dante zijn tocht over de louteringsberg met als doel om uiteindelijk de hemel te bereiken.

 

Hij kwam een heel eind o.l.v. Vergilius, maar om het laatste stukje naar de hemel/paradijs te bereiken had hij een vrouw nodig. Deze vrouw was voor hem  Beatrice, die hij kende en begeerde vanaf zijn jeugd. Zij begeleidde hem  op het moment dat hij met zijn begeleider Vergilius niet verder kwam.

 

 

 

Ik moest aan dit verhaal denken toen ik “l’eternelle feminin”, een schilderij van Cezanne voor het eerst zag. Dacht Cezanne toen ook zo als Dante, of had hij met dit schilderij een banalere bedoeling ?  De vrouw zit in de punt, naakt, kwetsbaar, maar wel bovenaan. Mannen van allerlei pluimage staan gekleed om haar heen. Ze zijn van een andere orde, ze zijn verbonden met aardse kleding en hun beroep, de vrouw heeft dit achter zich gelaten.

 

 

 

 

 

 

 

 

31

 

32

 

Ook dit schilderij van Goya raakte me en had voor mij dezelfde lading.

 

 

 

 

Francis Goya : Murio la verdad (de waarheid is dood)

 

 

 

Dante heeft zijn Beatrice als voertuig om naar de hemel te komen.

 

Wat of wie heeft de vrouw om de hemel te bereiken?

 

In vele verhalen transformeert de vrouw naar de natuur (boom, dier in de Griekse mythologie) om nieuwe krachten op te doen als het gaat om spirituele zaken. Vanuit deze visie ben ik naar kunst gaan kijken. Het bekijken van werk van vrouwelijke kunstenaars is voor mij een feest van herkenning. Vrouwelijke kunstenaars werken vaak met hun eigen beelden vanuit hun onderbewuste. Ze schuwen het gebruik van bloed en lichaamssappen niet als horend bij het leven. Het is voor hen heel natuurlijk. Mannen schuwen dat over het algemeen, maar hebben er blijkbaar wel behoefte aan getuige de drang naar bloedvergieten in een oorlogssituatie. Wat betreft het gebruik van bloed en sappen in hun beeldende werk denk ik aan :

 

• -Hermine Huntgeburth : “ The white masai”, een film over de liefde tussen een

 

•   westerse vrouw en een Keniaanse masaistrijder

 

 

• -Hester Scheurwaters : “Kaltes klares Wasser”, video

 

 

• -Tathiana Rodriguez : een video, waarin de kunstenares, gekleed in een witte

 

•   jurk zelfportretten tekent met bloed dat uit haar vingertoppen druppelt

 

 

• -Kiki Smith : superhero’s

 

 

• -Rosalyne van der Heul : mensplanten

 

 

 

Vaak zijn de beelden heel lichamelijk, gaan over de kwetsbaarheid van het menselijk lichaam. De vrouw staat heel dicht bij de natuur, omdat ze leven kan voortbrengen. De ervaring van de geboorte van een kind is er een van overgave aan een soort orkaan, een natuurramp, waarin moeder en kind terecht komen, alleen overgave van de moeder aan die orkaan helpt om de geboorte tot een goed natuurljk einde te brengen. De mooie buitenkant van de vrouw mag dan voor mannen erg belangrijk zijn, vrouwen zelf zijn ook sterk verbonden met hun innerlijke krachten, die meer naar binnen gericht zijn en verleid moeten worden om eruit te komen, terwijl mannen in onze samenleving ( misschien ook wel van nature ) hun lichamelijke/ uiterlijke krachten meer moeten etaleren (vechten).

 

 

 

 

 

Kiki Smith (1954) en haar superheldinnen

 

 

 

De Duitse kunstenares Kiki Smith (1954 Neurenberg) houdt zich bezig met de kwetsbaarheid van het vrouwelijk lichaam. Ze heeft een aantal prominente vrouwen uit de bijbel verbeeld, maakt fysieke manifestaties van psychische en spirituele dilemma’s. Ze laat de vrouw zien door de ogen van een vrouw.

 

• Haar vader (Tony Smith, beeldhouwer) leerde haar :

 

• “Maak wat je weet, niet wat je ziet.”

 

• Ze heeft de lijfelijkheid van de maagd Maria willen weergeven door haar écorché (van haar operhuid ontdaan) uit te beelden. Ze is van haar seksualiteit ontdaan om draagmoeder te zijn van het vleesgeworden goddelijke. Haar handen hebben een houding van “niet zelf kunnen handelen op dat moment”, handen die openheid en acceptatie uitbeelden. Het christendom scheidt (in tegenstelling tot andere godsdiensten) seks van het goddelijke.

 

 

 

 

 

 

Dit laatste laat ze ook zien in de figuur van Maria Magdalena, die neergezet wordt als een wilde Germaanse vrouw, helemaal bedekt met haar en aan de ketting als een dansende beer. Maria Magdalena kijkt op naar Maria in de tentoonstelling in het Museum of Applied Arts and Sciences in Sydney.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kiki beschouwt deze bijbelse figuren als superhelden. Ook de vrouw van Lot, die in een zoutpilaar veranderde, is een heldin. Omdat ze tegen het verbod van God in achterom keek naar haar verleden, haar stad Sodom, haar geschiedenis, die op dat moment verwoest werd, wordt ze onsterfelijk. Het beeld is gemaakt van gips en bedekt met zout.

 

 

33

 

34

 

 

 

 

 

 

En Lilith, de vrouw die niet aan Adam wilde gehoorzamen en daarom maar moest verdwijnen.

 

Omdat Lilith een geest is van het lichaam ontdaan, heeft Kiki

 

haar van licht materiaal gemaakt. Het beeld is zo licht dat je

 

het op zijn kop aan de muur kan hangen als een vlieg bijna zonder zwaartekracht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En Daphne, die in een boom verandert, een foto van dit beeld is al toegevoegd bij

 

het verhaal over Daphne

 

 

 

Nut, de Egyptische godin van de nacht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rosalyne van der Heul, boomprojecties

 

www.roselyne.nl

 

 

 

Een prachtige oude beuk op een oude begraafplaats in Leiden, waarop tekeningen van menselijke figuren worden geprojecteerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Planten 2011, Rosalyne van der Heul

 

 

 

 

 

 

 

 

 

35

 

 

 

36

 

 

 

 

 

Willemien Zeelenberg, boomtekening

 

 

 

In het werk van Willemien herken ik de bekneldheid van de mens en de boom.

 

Ze zitten elkaar in de weg en kunnen niet zonder elkaar.

 

Ik heb het werk van Roselyne en Willemien samen gezien tijdens een expositie in de hal van het ministerie van Binnenlandse Zaken (februari-maart 2011). Hun organische werk ging heel goed samen en past ook goed bij mijn fascinatie voor bomen en mensen.

 

 

Nog verder…

 

In een boek geschreven door sjamaan Alberto Villoldo las ik “Hadden Adam en Eva niet beter kunnen onderhandelen met God over hun straf? Ze waren er vast beter vanaf gekomen als ze niet zo door angst bevangen en verlamd waren omdat ze zich realiseerden dat ze uit het paradijs gezet waren, en sprakeloos waren op dat moment.

 

Maar nu twee millennia later, gelden die regels uit de bijbel nog in onze cultuur ? Heeft de vrouw in het christendom met het eten van de appel niet een langzame transformatie ondergaan van vrouw naar boom, van onderzoekend vrij wezen, naar een mooi, maar in een vorm vastgezet wezen (de boom) ? Wordt het niet tijd om de bijbel te herschrijven ? En kan dat niet gedaan worden door vrouwen ? Het wordt tijd dat de vrouwelijke energie zich manifesteert en dan in een leefvorm, waarin mannen en vrouwen elkaars gelijke zijn en de een niet hoeft te heersen over de ander. Voor beide partijen is dit waarschijnlijk een bevrijding, want heersen kan ook erg vermoeiend zijn.

 

Er zijn vast ook heel andere visies op de vrouw, vanuit de Islam en het Boeddhisme en de Afrikaanse  natuurvolken met hun sjamanen. In de afgelopen eeuwen is er steen en been geklaagd door vrouwen over de manier waarop ze als “mindere van de man” behandeld zijn.

 

Vooraanstaande vrouwen hebben hierover geschreven :

 

-Simone de Beauvoir in “Le Deuxième Sexe”                                                                                                                       -Marilyn French in “A woman’s history of the world”

 

Zij hebben het lot van de vrouw in onze christelijke cultuur beklaagd. Terecht, het respect voor de vrouw en het vrouwelijke was vaak ver te zoeken. Het feminisme was en is meer dan noodzakelijk. Voor mijn gevoel zit de vrouw nog steeds in de boom, ze kan of durft zich nog niet zonder de bescherming van de boom te manifesteren.

 

In mijn schilderijen probeer ik stukjes van de vrouw te laten zien door de verticale stammen van de bomen heen. Ik heb geen enkel verhaal gevonden van de vrouw die uit de boom komt, volgend op haar transformatie in een boom, uitgezonderd scheppingsverhalen. Misschien is het tijd om de vrouw uit de boom te lokken.

 

 

Maar hoe ziet ze er dan uit ? Hoe is het om als vrouw uit de boom te komen ? Niet het beeld dat de man van de vrouw heeft als een mooi schepsel, maar een vrouw verbonden met oerkrachten met net zoveel, maar andere kwaliteiten dan de man, haar tegenspeler.

 

Is ze sterk genoeg dat ze, met al haar mooie en minder mooie eigenschappen en talenten, kan overleven buiten de boom?

 

 

 

En hoe wil die vrouw dan wél behandeld worden?

 

 

 

Naar mijn idee is de vrouw die uit de boom komt in volle glorie een wezen dat een evenwichtige harmonie gevonden heeft tussen hart, buik en hoofd.

 

Zoals Connie Palmen in een tekst, geschreven voor actrice/zangeres Els Dottermans, opmerkt over de overwaardering van het vrouwelijk gevoel : ”Het hart is de meest gemangelde en bedrogen spier die we hebben. Ik begrijp niet dat vrouwen er trots op kunnen zijn om voor gevoelig en intuitief door te gaan” M.a.w. alleen gevoel (waar vrouwen zich zo op laten voorstaan) is ook niet alles.

 

Hoe komt de vrouw uit de boom ? Vorig jaar schilderde ik vaak mijn beuk met knoest, met daarin voor mijn verbeelding een vrouw. Met heimelijk een mannenvoet die achter de bomen verdween. Mijn fantasie was, dat de vrouw alleen door de man verleid kon worden om weer uit de boom, haar schuilplaats te komen.

 

 

 

 

Antonia : longing (100×80)

 

 

 

 

 

 

37

 

38

 

 

 

Ander werk dat me raakte, het raakt de kern van mijn onderwerp

 

 

Paul Klee

 

natuur

 

 

van monarch cocon naar …             monarchvlinder

 

monarchvlinder

 

 

 

Gedicht van Gerrit Kouwenaar 1923

 

Ik heb nooit

 

Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit :                                                   het zacht maken van stenen                                                                                   het vuur maken uit water                                                                                          het regen maken uit dorst

 

Ondertussen beet de kou mij                                                                             was de zon een dag vol wespen                                                                              was het brood zout of zoet                                                                                    en de nacht zwart naar behoren                                                                                of wit van onwetendheid

 

Soms verwarde ik mij met mijn schaduw                                                             zoals men het woord met het woord kan verwarren                                                en het karkas met het lichaam                                                                             vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd                                                      en zonder tranen, en doof

 

Maar nooit iets anders dan dit :                                                                            het zacht maken van stenen                                                                                  het vuur maken uit water                                                                                          het regen maken uit dorst

 

het regent ik drink ik heb dorst

 

 

 

Woody Allen, scene uit “The purple rose of Cairo”, het moment waarop de hoofdpersoon van het witte doek afstapt de bioscoopzaal in om een vrouw uit het publiek te ontmoeten.

 

 

Door de  opsomming van al die verhalen over vrouwen en bomen ben ik erachter gekomen dat wat in mij leeft ook wereldwijd bestaat..Delen van mijn vrouwelijkheid huizen ook nog steeds in de boom, zijn verstard. Het is een zoektocht om ze te bevrijden uit de boom. Toen ik mijn werk begon met het thema vrouw in de boom, wilde ik steeds een man in beeld brengen die de vrouw verleidt om uit de boom te komen, nu is die man langzamerhand verdwenen, de vrouw kan nog wel getriggerd worden door de man om eruit te komen, maarhij is niet meer noodzakelijk voor haar bevrijding.

 

 

 

Misschien is het de man, die voor de vrouw het laatste stukje naar de hemel kan betekenen, maar ik denk dat de vrouw eerder zelf zich moet realiseren, wat ze nodig heeft om haar hemel te bereiken. Is de tweedeling van man/vrouw, beschreven in Plato’s Symposion niet uit de hand gelopen? Zijn de twee partijen sinds de vlucht uit het paradijs niet meer gelijkwaardig? Moeten ze elkaar bestrijden of onderdrukken of bevechten? Als er twee partijen zijn is er dan een mogelijkheid dat ze beiden volwaardig kunnen zijn, terwijl ze al hun kwaliteiten mogen laten zien, waar geen ongelijk waardeoordeel aan wordt toegediend.

 

Is het (al) veilig voor de vrouw om uit de boom te komen ?

 

in gesprek : God en Eva

 

Artikel uit de Global village

 

God and Eve

 

“God I have a problem“

 

“What’s the problem, Eve ?”

 

“I know that you created me and provided this beautiful garden and all of these wonderful animals as well as that hilarious comedic snake, but I’m just not happy”

 

“And why is that, Eve ?”

 

“God I am lonely and bored and I am sick to death of apples !”

 

“Well, Eve in that case, I have a solution, I shall create a man for you”

 

“Man?, What is that, God?“

 

“A flawed, base creature with many bad traits. He’ll lie, cheat and be vain. He will be witless and will revel in childish things. He will be bigger than you and will like fighting, hunting and killing things. He won’t be too smart, so he will need your advice to think properly. He will have a very limited emotional capacity and will need to be trained. He will look silly when he is aroused, but since you have been complaining, I’ll create him in such a way that he will satisfy your physical needs. And you most certainly will never be bored again”

 

39

 

 

 

40

 

“Sounds great” says Eve, with ironically raised eyebrows : “but what’s the catch, God ?”

 

“Well….you can have him on one condition”

 

“And what’s that, God ?“

 

• “As I said, he‘ll be proud, arrogant and self-admiring, so you’ll have to let him believe I created him first. And it will have to be our little secret.                                                    You know, woman to woman”

 

 

• Nog een uitspraak  : “When God made man, She was only joking”

 

 

• Mijn eerste gesprek met God over zijn straf voor Eva.

 

 

“Zeg God mag ik even met u praten ?”

 

Opgegroeid in een omgeving waar ieder woord in je boek, de bijbel op een goudschaaltje gewogen en voor de absolute waarheid aangenomen werd, ben ik vaak in verwarring gebracht. Mijn eigen gedachten waren anders dan die, welke de mensen van “de club”, de kerk, de gelovigen, de christenen me voorhielden.                     Het scheppingsverhaal nam ik heel serieus en ik weet dat er nu ook nog veel kinderen lijden onder de strenge letterlijke navolging van die bijbelteksten.        Ik verplaats me in de rol van Eva, de vrouw, ik neem aan dat u God een man bent anders had u deze straffen nooit zo verzonnen en opgelegd, nooit zo ongelijkwaardig. Eerst was er die boom met kennis van goed en kwaad. De boom werd mijn leermeester, door de appel te eten kwam ik in contact met alle aspecten van mezelf, en met alle goede en nare eigenschappen van de man. Ik leerde naast het wit van het paradijs ook het zwart van de wereld kennen. De boom heeft me door haar kennis verrijkt en de door haar stabiliteit en reikwijdte naar het verleden via het heden naar de toekomst, naar beneden en naar boven bescherming geboden.                                                                                                  Stel dat u Adam en mij, Eva beiden naar uw gelijkenis gecreëerd hebt, is het dan niet redelijk dat u beide partijen een gelijkwaardige straf oplegt? Dat Adam op aarde moet zwoegen om zijn eten te vergaren en dat ik met pijn kinderen moet baren en jarenlang door moederschapshormonen overmand alleen maar aan mijn kroost kan denken en tot niets anders kom, is toch al een straf die zwaar genoeg is.                                                                                                                          Nu ik, Eva ook meewerk aan het vergaren van ons dagelijks brood,  lijkt het me redelijk dat onze straf veranderd worden ? Ik zal u een voorstel doen : Het mooiste zou in mijn ogen zijn om die overheersing van Adam over mij op te heffen en daarvoor in de plaats het verlangen naar elkaar even sterk te maken, zodat Adam altijd zijn juiste Eva vindt en ze samen na al die eeuwen zwoegen weer een stukje paradijs kunnen ervaren. Na al die eeuwen van kijken naar al dat zoeken van Adam en Eva moet het toch voor u ook wel leuk zijn kleine veranderingen in te voeren ? Als er geen overheersing van de een over de ander is,  zouden Adam en ik Eva  misschien ook minder de neiging hebben om elkaars eigenschappen te beoordelen als meer-of minderwaardig, en zou ons samenzijn paradijselijker en vredelievender worden.                                                          Adam weet hier niets van God, van ons gesprek, u ziet, ik ben nog steeds bevoorrecht met de nieuwsgierigheid die ik in het paradijs al had en die nieuwsgierigheid wil ik graag houden…….”

 

Conclusie :

 

Wat mij betreft mogen er nieuwe verhalen geschreven worden, maar nu  over de metamorfose van boom naar vrouw. De tijd lijkt me hier wel rijp voor.

 

Ik denk dan aan de vrouw die zich vrij kan manifesteren, niet gehinderd door vrouwelijke eigenschap- onderdrukkende denkbeelden van mannen of vrouwen (!).   De vrouw die zelf kiest wie haar mag beminnen. Toch blijft de boom een inspirerende en aantrekkelijke mantel voor de vrouw als schuilplaats, om op te laden, en om weer in contact met de/ haar  natuur te komen.

 

 

 

 

 

 

 

Inhoud :

 

 

 

– pagina 1-2  Inleiding “vrouw uit de boom”.

 

– pagina 3-6 Verhalen over de metamorfose van vrouw- boom.

 

– pagina 6-9 Metamorfose vanuit psychologisch standpunt.

 

– pagina 10-12 Verhalen over  vrouw en  boom in verschillende culturen.

 

– pagina 12-18 Functie van bomen en scheppingsverhalen.

 

– pagina 19-24 Bomen in de bijbel, en het Christendom.

 

– pagina 24-29 Kunstenaars die werk maken geinspireerd op

 

bomen en vrouwen.

 

– pagina 29-41 God en Eva in conclaaf, afgewisseld met relevante kunst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen :

 

Mineke Schippers : het zwarte paradijs

 

Ovidius : metamorphosen

 

S. Parsipur : Vrouwen zonder mannen

 

De bijbel

 

Kunstschrift 4/2004.bomen

 

Boek over de Mayacultuur

 

Global Village

 

Helaine Posner : Kiki Smith

 

Herbert Henkels : Mondriaan from figuration to abstraction

 

Internet :Thomas godsdienstonderwijs.be

 

Dieter Ronte : Giuseppe Penone, die Adern des Steins, uitgever Kunstmuseum Bonn

 

Met dank aan Onno Schilstra

 

Hans van Haarst

 

Ewa Stroes-Kijowska

 

 

 

 

 

 

 

Deze scriptie wordt vervolgd met interviews op video met andere vrouwen over

 

De vraag : ”Hoe ziet naar jouw idee de vrouw eruit als ze uit de boom komt? ”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

41                                                                                                                     41

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 2011Antonia copy scriptie 2011Antonia copy